Antigone en Ismene , de dochters van Oedipoes en Iokaste, lijken eindelijk een vreedzaam leven te leiden in Thebe, waar hun oudste broer Eteocles op de troon zit. Maar hun jongere broer Polyneikes heeft zijn zinnen op de troon van Thebe gezet en doet een aanval op de stad. In een gevecht doden de broers elkaar. Kreon, de broer van Iokaste, wordt hierdoor Koning van Thebe. Het is aan hem te besluiten wat er met de doden zal gebeuren. Het lichaam van Polyneikes , die de stad verraden heeft, zal onbegraven over de stadsmuur gegooid worden als voer voor de wilde honden. Antigone kan de gedachte aan het gruwelijke lot van haar broer niet verdragen. Als haar zus Ismene haar niet wil helpen, besluit Antigone in haar eentje het lichaam van haar broer de laatste eer te bewijzen.