Vakken (klas 1)

Op je basisschoolrapport staan al een heleboel vakken, dus daar ben je al aan gewend. Veel vakken krijg je ook in de eerste klas van het Barlaeus. Natuurlijk wel veel volwassener.

Taal of Nederlands gaat over je eigen taal. Met Nederlands kun je een heleboel doen. Boeken lezen bijvoorbeeld, maar ook nadenken over hoe zinnen in elkaar zitten, wat een gedicht probeert te vertellen, en taalspelletjes spelen.

Je krijgt twee moderne vreemde talen: Engels en Frans. Je leert spreken, luisteren, schrijven en lezen; dat is handig, want veel literatuur, films en later op de universiteit ook studieboeken zijn in een vreemde taal geschreven of gesproken. Bovendien sta je dus ook nooit meer op vakantie met een mond vol tanden!

Latijn is een van de vakken die bij een gymnasium horen. Veel woorden uit deze klassieke taal lijken erg op moderne woorden. Latijnse schrijvers hebben veel boeken geschreven over hoe het leven was in de oudheid.

Een bekend vak voor je is geschiedenis; dat gaat over hoe ons verleden in elkaar zit. In de eerste klas komt daar een extra onderwerp bij, namelijk staatsinrichting; dat gaat over hoe een land in elkaar zit. Bij wereldoriëntatie op de basisschool kreeg je naast geschiedenis ook aardrijkskunde en biologie. Dat zijn nu allemaal aparte vakken.

Rekenen heet op het Barlaeus wiskunde. Je gaat veel nieuwe rekenmogelijkheden leren die je later ook nodig hebt bij andere ‘rekenvakken’, zoals economie, natuurkunde, en scheikunde.

Dit jaar gaan jullie (nieuw!) programmeren.

Hoever kom jij met je handen en je creativiteit? Beeldende vorming (basisschool: handvaardigheid) daagt je uit om slim om te gaan met allerlei materialen en gereedschappen.

We hebben zelfs een eigen Barlaeus schoolorkest, dus met het vak muziek (klassiek en modern!) zit het wel goed. Met veel aandacht voor het verhaal achter een muziekstuk en muziektheorie.

Lichamelijke oefening is wat op de basisschool gym heette, alleen ga je nu veel meer sporten doen. En toernooien!